Pollutiepiek voor winterperiode: dringende maatregelen


In ons land zijn er in de winter (van november tot maart) regelmatig pieken van hoge luchtverontreiniging (zgn. pollutiepieken).  Ze zijn hoofdzakelijk toe te schrijven aan een accumulatie van de verontreinigende stoffen (polluenten: microdeeltjes en stikstofdioxide) afkomstig van uitlaatgassen van voertuigen, en in mindere mate van de verwarming van woningen en kantoorgebouwen en van industriële activiteiten.

Om de gevolgen van pollutiepieken te voorkomen, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een besluit aangenomen. Deze maatregelen hebben tot doel de concentratie van de verontreinigende stoffen in de lucht te verminderen. Ze zijn opgesplitst in 3 afzonderlijke interventieniveaus afhankelijk van de duur en de intensiteit van de piek die men wil vermijden

Interventiedrempel 1 (kan 2 tot 3 keer per jaar voorkomen)

  • De snelheid wordt beperkt tot 90 km/uur op de Brusselse Ring en op de snelwegen van het Vlaams Gewest en het Waals Gewest.
  • De politie voert de snelheidscontroles in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op, opdat de snelheidsbeperking van 50 km/uur nauwgezet zou worden nageleefd.


Interventiedrempel 2 (komt om de 2 à 3 jaar voor)

  • Het systeem van “alternerend rijden” is van toepassing in heel het Brussels Gewest, vanaf middernacht en dat 24 uur lang. Dat betekent dat alleen auto’s met een nummerplaat die eindigt op een even (of oneven) cijfer in Brussel op de weg mogen.
  • Het openbaarvervoersaanbod van de MIVB wordt versterkt, de spits wordt uitgebreid en de toegang is gratis.
  • De snelheid wordt beperkt tot 90 km/uur op de Brusselse Ring en op de snelwegen van het Waals en het Vlaams Gewest.
  • De politie voert de snelheidscontroles in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op, opdat de snelheidsbeperking van 50 km/uur nauwgezet zou worden nageleefd. Tussen 50 en 60 km/uur stoot het voertuig de minste verontreinigende stoffen uit.
  • Vrachtwagens van meer dan 3,5 ton krijgen een verkeersverbod tussen 7 uur en 10 uur en tussen 17 uur en 20 uur. Daar tegenover staat dat het systeem van alternerend rijden niet voor vrachtwagens geldt.
  • Gemotoriseerde tweewielers kunnen onafhankelijk van het laatste cijfer van hun nummerplaat rondrijden.
  • In de gebouwen waar een tertiaire activiteit wordt uitgeoefend, mag de temperatuur in de lokalen niet boven de 20 °C uitstijgen.

Het systeem van “alternerend rijden” geldt niet voor beperkte voertuigen.
In bepaalde gevallen kunnen de burgemeesters afwijkingen toestaan. Hierbij moet wel telkens de uiterste noodzaak om te kunnen rondrijden, worden aangetoond.


Interventiedrempel 3 (komt slechts zeer zelden voor)

  • Elk voertuig krijgt een rijverbod vanaf middernacht en dat 24 uur lang, met uitzondering voor beperkte voertuigen.
  • In de gebouwen waar een tertiaire activiteit wordt uitgeoefend, mag de temperatuur in de lokalen niet boven de 20 °C uitstijgen.

Het systeem geldt niet voor beperkte voertuigen.
In bepaalde gevallen kunnen de burgemeesters afwijkingen toestaan. Hierbij moet wel telkens de uiterste noodzaak om te kunnen rondrijden, worden aangetoond.

AFWIJKINGEN
Voor professionelen : het toekennen van de afwijking gebeurt volgens 4 criteria :

  • werknemers met een werkrooster dat niet strookt met het functioneren van het openbaar vervoer ;
  • het personeel dat van wacht is en op potentiële crisissituaties moet ingaan (brand, ontploffing, overstroming, aardbeving, stilvallen van technische installaties, informaticasystemen of infrastructuur, enz.) ;
  • elke vakman die bij een spoedgeval dient tussen te komen (loodgieter, slotenmaker, verwarmingsinstallateur, enz.) ;
  • firma’s die maaltijden ten behoeve van gepensioneerden, gehandicapten en afgezonderde personen uitdelen.


Enkel aanvragen die van de werkgever afkomstig zijn, worden behandeld (aanvraagformulier in bijlage 1)
De afwijkingsaanvraag gebeurt bij de gemeente :
 waar zich de hoofdzetel van het bedrijf bevindt ;
 waar een activiteit van een buiten het BHG gelegen bedrijf uitgeoefend wordt.
Ze zijn voor de volledige winterperiode (van 01/11 tot 31/03) op het grondgebied van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldig.

Automatische afwijkingen 
Sommige personen of categorieën van voertuigen vormen automatisch een afwijking. De eigenaars van die voertuigen moeten dus zelf niets doen, zelfs als ze uit een ander Gewest komen.  In dit geval dient men dus geen stappen te ondernemen om rijtoestemming te verkrijgen.

Deze categorieën zijn :

  • het openbaar vervoer
  •  de taxi’s
  •  de spoedvoertuigen
  •  de voertuigen van de hulpdiensten (medische en paramedische beroepen, thuisverzorging, farmaceutische leveringen, enz.)
  •  de openbare nutsvoertuigen (afvalophaling, onderhoud van wegen, geldvervoer, postvoertuigen, lijkwagens, enz.)
  •  de autocars
  •  de mediavoertuigen met logo
  •  de voertuigen van het corps diplomatique met CD-nummerplaat
  •  de andersvaliden dienen dan wel over hun kaart te beschikken
  •  voertuigen met hoge milieuprestaties


Opmerking : voertuigen met hoge milieuprestaties (zie bijlage 2)
 Bepaalde voertuigen die zeer goede milieuprestaties leveren, mogen blijven rijden in weerwil van de drempels 2 en 3. Het gaat om een beperkt aantal modellen die als weinig vervuilend worden beschouwd op basis van een schaal die de « ecoscore voor luchtkwaliteit » wordt genoemd.
Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen de ecoscore en de «ecoscore voor luchtkwaliteit». Die laatste spitst zich toe op de uitstoot aan de bron van de pollutiepieken, met name de stofdeeltjes en stikstofdioxide. Dieselmotoren, die zorgen voor de grootste uitstoot van fijne stofdeeltjes, staan dus niet op de lijst van vrijstellingen.
Bij een pollutiepiek kan de politie controleren of het voertuig toegelaten is en dat op basis van de informatie op het inschrijvingsbewijs :
 model,
 jaar van eerste inschrijving,
 cilinderinhoud van het voertuig.

Wanneer de concentratie van gevaarlijke polluenten in de lucht bepaalde waarden bereikt, moeten noodprocedures worden gestart door het Gewest. Maar alleen structurele en permanente maatregelen, op schaal van het hele Gewest, kunnen leiden tot een duurzame vermindering van de concentraties van verontreinigende stoffen in de lucht en tot een daling van het aantal pollutiepieken. Met kleine veranderingen kunnen we duurzaam verbeteren wat wellicht het meest levensbelangrijke is voor ons : de lucht die u inademt.

Voor meer info neemt u rechtstreeks contact op met de gemeente dienst voor Leefmilieu-Mobiliteit op 02/674.74.32 of de website: http://www.pollutiepiek.be/