Voorstelling
Watermaal-Bosvoorde, tussen bossen en valleien
Gelegen in het zuidoosten van Brussel, beslaat Watermaal-Bosvoorde een oppervlakte van 1.293 hectare, waarvan 750 hectare wordt ingenomen door het Zoniënwoud.
De gemeente telt 24.299 inwoners (cijfers per 31 december 2011).
Oorspronkelijk ontwikkelde Watermaal zich in de vallei van de Watermaalbeek, terwijl Bosvoorde gevormd werd in de vallei van de Woluwe. Deze twee brede en groene valleien worden gescheiden door een bergrug die uitkomt bij de Drie Lindens.
De etymologie van Watermaal zou afkomstig zijn van het oud-Germaanse water (water) en malho (laagte in het terrein). Een andere hypothese verwijst naar wachter (bewaker) en maal, afgeleid van het middeleeuws Latijnse mallum (rechtbank, plechtigheid). Volgens deze meer waarschijnlijke uitleg zou Watermaal een plaats aanduiden waar een rechtbank of vergadering werd gehouden.
Ook de oorsprong van de naam Bosvoorde is onderwerp van discussie. De meest plausibele verklaring is dat het afkomstig is van bouts (onregelmatigheid in het terrein) en voorde, van het oud-Germaanse furda (voorde, doorwaadbare plaats). Andere hypotheses spreken over een "huis van de Boote" (bootesvoorde): in de 12e eeuw zouden de hertogen van Brabant aan deze familie het eerste jachtbeheer hebben toevertrouwd, gevestigd langs de Woluwe. Sommigen zien er ook een verband met boets (boete), dat uitweidt naar een detentieplaats, mogelijk het voormalige kasteel van de Drie Fonteinen, tegenwoordig op het grondgebied van Oudergem.
Tot slot suggereerden anderen een link met een zekere Balda (voornaam met de betekenis “roekeloos”) of met een Leuvense ambtenaar genaamd Boutsvoord, aan wie de bewaking van de honden van de jacht was toevertrouwd.