Onafhankelijk België
Het is echter pas als de spoorlijn Brussel-Namen in 1854 in gebruik genomen wordt, dat er een merkbare verandering in de algemene toestand van het plaatsje optreedt. Verhaegen werd inmiddels door De Cartier (1836-1848) opgevolgd. In 1858, komt Depage aan de macht. In 1866 koopt de gemeente de villa, de tuin, de vijver en het aanpalende verblijf. De gemeentediensten , die sinds 1851 in de Middelburgstraat gelegen waren, worden naar de villa overgebracht. De vijver wordt gedempt en tot bouwterrein omgevormd. In 1904 wordt de Vorstlaan aangelegd , die vanaf de Terhulpsesteenweg, in de nabijheid van het station vertrekt, over het Jagersveld en gedeeltelijk over de vroegere loop van de vijver gaat. Op 1 januari 1903, wordt Oudergem voor het eerst als afzonderlijke gemeente opgericht. In 1868, dient Depage zijn ontslag in en wordt vervangen door Smets die op zijn beurt in 1870 door Olivier opgevolgd wordt. Hij geeft de opdracht voor de bouw van het koor en van de zijbeuken van de kerk van Watermaal. Jammer genoeg is door deze restauratie de oorspronkelijke staat van de kerk - aanvankelijk vormden de grafstenen, die zich nu tegen de buitenmuren bevinden, de vloer van het koor en van de middenbeuk - volledig verdwenen en, zo is een van de oudste monumenten in Brabant verloren gegaan.
Twee jaar later, wordt Olivier door Léopold Wiener opgevolgd. Op dat ogenblik ziet de situatie er niet rooskleurig uit : Watermaal-Bosvoorde telt ten hoogste 2.500 bewoners, er zijn geen geplaveide straten noch een provinciale weg. Wiener was een modelmagistraat en onder hem werden nieuwe diensten opgericht, werden er berijdbare wegen aangelegd, werden meerdere wijken gesaneerd en kwam de inrichting van het onderwijs tot stand.
Hij wordt door Vandervelde opgevolgd die de gemeente doet deelnemen aan de oprichting van de Intercommunale Watermaatschappij van Brussel.
Van 1893 tot 1895, draagt Théophile Vander Elst de sjerp en onder zijn beschermheerschap is onze gemeente een van de eerste die over elektrische straatverlichting beschikt. Emile Van Becelaere, voormalig arrondissementscommissaris , wordt de volgende burgemeester en zet zijn werk voort ; de gemeenteraad keurt het tracé van de Jachtstraat ( de huidige Delleurlaan) en van de Vorstlaan goed en dank zij dit project wordt onze gemeente beter bereikbaar.
Delleur volgt Van Becelaere op . Hij laat het schoolgebouw op het gemeenteplein, de kleuterschool in de Bezemhoek en het Godshuis bouwen ; hij laat het gemeentehuis vergroten en reorganiseert de politiediensten. Hij laat eindelijk een plan van de algemene rooilijn en van de riolen opstellen, concretiseert de daadwerkelijke bouw van een aantal arbeidershuisjes en, legt de grondslag van onze moderne stedenbouw . Hij was ook diegene die in 1913 al de plannen van de nieuwe kerk St.-Hubertuskerk , halverwege op de naar hem genoemde laan gelegen, liet maken. Door de oorlog werd dit ontwerp uitgesteld en het is pas in 1924 dat de kerktoren, die tot aan het galmbord af was , voor de eredienst kan ingewijd worden en aan St.-Hubertus wordt opgedragen.
Het is onder Georges Benoidt, die hem in 1919 opvolgt, dat de bouwwerken van deze kerk zullen worden voortgezet om pas in 1939 beëindigd. Het gebouw beschikt over een toren van 85 meter, een dwarsschip van 39 meter en een koorruimte, wat de totale lengte van de kerk op 71 meter brengt. De vorige kerk, die in 1925 afgebroken werd, was aan de Heilige Filomena gewijd, terwijl de patroonheilige van de nieuwe kerk dezelfde is als die van de kapel van de hertogen, namelijk St.-Hubertus. Ze werd in neogotieke stijl opgetrokken en heeft een eenvoudig en koninklijk uitzicht ; al de gebruikte materialen zijn van Belgische oorsprong. Het is ook Georges Benoidt die de aanleg van de naaste omgeving van de Romaanse St. Klemenskerk liet uitvoeren en die de bouwwerken ter vergroting van het gemeentehuis voortzet.
In 1946, wordt hij door Messinne opgevolgd. Als hoog staatsambtenaar en volksvertegenwoordiger, zorgt hij voor de oprichting en de organisatie van een gestructureerd en modern gemeentebestuur , dat onmisbaar geworden is ten gevolge van een steeds toenemende bevolkingsgroei.
De uitbreiding van de privé -woningen en de sociale nieuwbouw - hier denken we vooral aan de huisvestingsmaatschappijen " Le Logis " en " Floréal "- trok velen aan, vanwaar een enorme bevolkingstoename.
Messine neemt actief deel aan de bouw van de waterverzamelaar van de Woluwe en haar bijrivieren en saneert de vallei van de Watermaalbeek ( Visserijstraat en Reigerboslaan). Hij verbetert de openbare verlichting, richt een beplantingsdienst in de nabijheid van de school van de Karrenberg op, start de renovatie van de schoollokalen en bouwt nieuwe kleuterscholen.